Duurzame Gevelbekleding
Een duurzame investering moet in de eerste plaats een forse besparing garanderen. Daarover is ons panel het snel eens. Maar de realiteit leert ons dat dit in onze huidige manier van bouwen bijna nooit het geval is. Nochtans waarschuwen wetenschappers en ‘groene jongens’ ons al jaren voor de gevolgen van onze wegwerpeconomie. Dit werd veel te lang genegeerd, maar door katalysators als Covid en de oorlog in Oekraïne is pijnlijk duidelijk geworden hoe afhankelijk we zijn van beschikbare grondstoffen en energie.
Circulair ‘gevelen’: realiteit of utopie?
Biedt circulair bouwen een oplossing om duurzamer te bouwen? Ons panel is ervan overtuigd dat dit ‘the way to go’ is. We moeten streven naar gebouwen die nooit ‘af’ zijn, naar gebouwen en gevels die mee evolueren in functie van de invulling van het gebouw. Maar is de hele sector hiervan overtuigd? Nog bijlange niet, zo blijkt.
Te veel architecten zijn nog te vaak blind voor de ideeën van anderen of weigeren pertinent om voort te bouwen op wat al bestaat. Gevels afbreken en weggooien omdat ze niet ‘passen’ in zijn of haar concept is nog te vaak de norm. Maar kun je hen dat kwalijk nemen? Afbreken, dumpen en nieuwe materialen laten aanrukken is nu veel goedkoper dan demonteren en hergebruiken.
Prioriteit numero uno: politieke daadkracht
Circulair bouwen belonen en de wegwerpgedachte bestraffen zou in de wetgeving verankerd moeten worden. Daarover zijn de gevelexperts rond onze tafel het roerend eens. Maar als iemand dan eens zijn nek uitsteekt, wordt die politiek gekortwiekt. Een kwalijk gebrek aan visie, volgens het panel.
Het geheel is meer dan de som der delen
Alle stakeholders in de bouwsector en in elk bouwproject kunnen en moeten evenwel het goede voorbeeld tonen. En langzaamaan zien we positieve verandering. Steeds meer fabrikanten beseffen dat de eilandcultuur nefast is op lange termijn en samenwerking de sleutel tot succes is. Belangrijk daarbij is dat de samenwerking tussen architect en fabrikant moet starten bij de ontwerpfase.
Werken in bouwteams komt steeds meer voor en dat is een goede evolutie. Een architect kan op vandaag niet meer ‘alles weten’ en laat zich best omringen door collega’s, maar ook ingenieurs, aannemers, fabrikanten, experts, etc. Voldoende communicatie en heldere afspraken zijn hierbij cruciaal om de kwaliteit van het gevelwerk te bewaken. Zeker naar de aannemer, die nog vaak redeneert volgens het ‘we-hebben-het-altijd-zo-gedaan’ principe.
Het probleem van de strengere brandwetgeving
Aan het einde van het gesprek komen nog twee bijzonder interessante onderwerpen aan bod. Enerzijds het perverse effect van ontwerpwedstrijden en anderzijds de strengere brandwetgeving voor gevelsystemen die van kracht is sinds juli 2022. Die wetgeving schrijft voor dat een gevel altijd getest moet worden in zijn uiteindelijke toepassingsvoorwaarde, inclusief dus de bevestigingsmaterialen, draagstructuren, isolatie en andere elementen. Op zich een theoretisch correcte ontwikkeling, maar het praktische kostenplaatje heeft een averechts effect, waardoor goedkopere gevelsystemen nog te vaak ‘winnen’.
Na afloop van het panelgesprek werd één ding duidelijk: over duurzame gevelbekleding werd het laatste woord nog niet gezegd.